De Hollandse Aquarellistenkring, mei 1945 opgericht in het atelier van Kees Verwey door onder anderen Charles Roelofsz en Otto B. de Kat, omvat met 56 leden het volledige spectrum van de hedendaagse Nederlandse waterverfschilderkunst. Oude, maar springlevende meesters als Jaap Ploos van Amstel en Henri de Haas naast vernieuwers als Henriette van ´t Hoog en Iemke van Dijk. Traditionele virtuozen als Max Kleinen en Jan van Spronsen naast narratieve aquarellisten als Gorki Bollar en Wu Zhi. Experimentelen als Hans Landsaat en Helga Kos, naast intimisten als Agnes van Gelder en Jaap Nieuwenhuis. Jeugdige sterren als Ionika Aalders en Geeske Walsma naast oudgedienden als Theo Linneman en Ed Valk. Alchemisten als Toine Moerbeek en Rudolf Valster naast realisten als Theo de Feyter en Bert Osinga. Spirituelen als Arnold Niessen en Rob Otte naast grensverleggers als Gijs Assmann en William Lindhout.
Goethes beroemde uitspraak "Die Farben sind Taten des Lichts, Taten und Leiden" was, aangezien de aquarel bij uitstek het medium is van lichtende, in één keer aangebrachte kleuren de bron van de titel van deze salon van de Hollandse Aquarellistenkring.
Als gasten heeft de Hollandse Aquarellistenkring dit keer de beeldhouwers Immanuel Klein, Lon Pennock en Eja Siepman van den Berg uitgenodigd.
Rudolf Valster, Henk Zomer, Gijs Assmann, Toine Moerbeek, Gorki Bollar, Jaap Ploos van Amstel, Ionika Aalders, Jan van Kempen, Max Kleinen, Pien Hazenberg, Theo de Feyter, Titus Meeuws, Ton de Kroon, Laurens Heidendael, Stella van Acker, Wendelien Schönfeld
- - verberg extra tekst